Een “bestuurlijke boete” is een geldstraf die wordt opgelegd door een overheidsinstantie als sanctie voor het overtreden van wet- en regelgeving. Deze boete wordt uitgevaardigd door een bestuursorgaan, zoals de gemeente, provincie, inspectiedienst of een andere overheidsinstantie, in plaats van door een strafrechter.
Wanneer een persoon of een bedrijf een wet, verordening of andere regel overtreedt, kan het betreffende bestuursorgaan een bestuurlijke boete opleggen als handhavingsmaatregel. De hoogte van de boete kan variëren, afhankelijk van de ernst van de overtreding en de geldende wetgeving. Het doel van de bestuurlijke boete is om naleving van de regelgeving af te dwingen en te zorgen voor een effectieve handhaving van wetten en voorschriften.
Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor uiteenlopende overtredingen, zoals het niet naleven van milieuregels, bouwvoorschriften, verkeersregels, arbeidsomstandigheden, enzovoort. De procedure voor het opleggen van een bestuurlijke boete verschilt per situatie en is vastgelegd in wetten en beleidsregels.
Bij het opleggen van een bestuurlijke boete heeft de overtreder in veel gevallen de mogelijkheid om bezwaar te maken en in beroep te gaan tegen de beslissing. Dit geeft de mogelijkheid om de rechtmatigheid van de boete te laten toetsen door een onafhankelijke rechterlijke instantie.