Het noodbevel van artikel 175 Gemeentewet mag alleen in uitzonderlijke situaties worden toegepast. De burgemeester kan het noodbevel inzetten als er sprake is van oproer, wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen of de vrees daartoe bestaat. Alleen in die buitengewone omstandigheden is de burgemeester bevoegd om alle bevelen te geven die hij nodig acht ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar. Deze maatregel mag worden toegepast wanneer het gaat om een bepaald aantal personen of organisaties. Gaat het om een onbepaald aantal personen (“een ieder”), dan is een noodverordening het geschikte middel (artikel 176 Gemeentewet). Een noodbevel kan wel dienen als overbrugging naar een noodverordening. De maatregelen mogen niet verder strekken dan strikt noodzakelijk is (proportionaliteit) en minder ingrijpende bevoegdheden moeten tekortschieten (subsidiariteit). De inhoud van het noodbevel kan enkele grondrechten inperken. Via een noodbevel kunnen de vrijheid van godsdienst (artikel 6 Grondwet), de vrijheid van meningsuiting (artikel 7,lid 3 Grondwet) en de vrijheid van vergadering en betoging (artikel 9 Grondwet) worden ingeperkt. Het is in principe niet toegestaan van de privacy waarborg uit artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM af te wijken, maar dit gebeurt in de praktijk wel. Niet opvolgen van een noodbevel is een misdrijf (artikel 184 Wetboek van Strafrecht).

Previous Story

Wet openbare manifestaties

Next Story

Preventief fouilleren (Gemeentewet, artikelen 151b en 174b)

Latest from Algemene bevoegdheden en noodbevoegdheden