Het snijvlak tussen publiek- en privaatrecht in de Nederlandse milieu- en planningspraktijk omvat alle situaties waarin overheidsoptreden – zoals vergunningverlening, handhaving, onteigening of het aangaan van publiek-private samenwerkingsverbanden – direct verweven raakt met privaatrechtelijke verhoudingen, zoals contracten, civielrechtelijke aansprakelijkheid en zakelijke rechten. Voorbeelden hiervan zijn publiek-private samenwerking (PPS) voor grootschalige infrastructuur, concessieovereenkomsten voor afvalinzameling, anterieure overeenkomsten voor gebiedsontwikkeling of schadeclaims op grond van onrechtmatige overheidsdaad (artikel 6:162 BW). In dit grijze gebied treffen we complexe interacties: een privaatrechtelijke contractuele verplichting kan niet worden uitgevoerd zonder een publiekrechtelijke vergunning, terwijl publiekrechtelijke besluiten soms civielrechtelijke aansprakelijkheden met zich meebrengen. Wanneer in deze kruisvlakken sprake is van financieel wanbeheer, fraude, omkoping, witwassen, corruptie of schending van internationale sancties, ontwricht dit niet alleen afzonderlijke projecten, maar het gehele vertrouwen in het institutionele en marktgebaseerde systeem.
Financieel wanbeheer
Financieel wanbeheer in PPS-constructies of publiek-private contracten tast de kredietwaardigheid van zowel overheden als marktpartijen aan. Een voorbeeld hiervan is wanneer een gemeente in een samenwerkingsovereenkomst onvoldoende middelen reserveert voor de onderhoud van groene energie-infrastructuur of onvolledige begrotingen opstelt voor de sanering en herontwikkeling van industrieterreinen. Partijen die zich bij de start baseren op deze begrotingen, komen later voor onaangename verrassingen te staan: opeenvolgende facturen, naheffingen of aanvullende garantie-eisen. Banken en institutionele beleggers brengen aanvullende risicopremies in rekening, waardoor de financierbaarheid van duurzame woningbouw en herstructureringsprojecten stokt. Daarnaast kan onvolledige verantwoording leiden tot interne en externe audits, opschorting van betalingen en contractuele arbitrages over faalkosten, wat langdurige reputatieschade voor betrokken gemeenten en private consortiumpartners tot gevolg heeft.
Fraude
Fraude aan de snijvlakte van publiek- en privaatrecht manifesteert zich vaak door het bewust vervalsen van onderzoekscijfers of contractuele prestaties om publiekrechtelijke eisen te omzeilen. Een adviesbureau kan bodem- of waterkwaliteitsgegevens manipuleren in zowel civielrechtelijke anterieure overeenkomsten als in openbare milieueffectrapportages, zodat vergunningen sneller worden verstrekt en investeringskosten dalen. Zodra dergelijke malversaties aan het licht komen – bijvoorbeeld via WOO-verzoeken, meldingen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport of interne klokkenluiders – volgt een herroeping van vergunningen, ontbinding van contracten en herbeoordeling van civielrechtelijke verplichtingen. De juridische onzekerheid blokkeert verdere uitvoering van het plan en leidt tot schadeclaims van concurrerende marktpartijen en omwonenden, die via civiele procedures en bestuursrechtelijke bezwaarschriften naar rechtsbescherming zoeken.
Omkoping
Omkoping in concessie- en samenwerkingstrajecten ondermijnt de integriteit van zowel bestuurlijke besluiten als privaatrechtelijke contracten. Dit kan gebeuren wanneer bedrijven “advies-” of “projectmanagement”-kosten verhullen als dekmantel voor smeergeld aan ambtenaren of commissieleden. In de publieke planning leidt omkoping ertoe dat bestemmingsplanwijzigingen of vergunningen buiten de reguliere toetsingscriteria om versneld of versoepeld worden verleend. In privaatrechtelijk opzicht ontstaat daarmee een ongelijk speelveld in aanbestedingen, wat concurrenten dwingt tot rechtszaken wegens schending van aanbestedingsregels en oneerlijke concurrentie. Ontdekking van omkoping leidt tot strafrechtelijke onderzoeken, nietigverklaring van concessie- en PPS-contracten en de intrekking van ontheffingen, wat resulteert in jarenlange stagnatie en miljardenclaims.
Witwassen
Witwassen in milieu- en planningsprojecten nestelt zich vaak in de complexe geldstromen van publiek-private infrastructuur- en herontwikkelingscontracten. Criminele netwerken investeren illegale winsten in vastgoed- of energieprojecten via gelieerde vennootschappen, waarbij sanerings- of onderhoudskosten kunstmatig worden opgedreven. Doordat gemeenten of projectbureaus niet altijd scherp toezien op onregelmatige facturen of onverklaarbare prijsstijgingen, kan illegaal kapitaal zich ongemerkt mengen in formeel legitieme samenwerkingsverbanden. Signalen van de FIU-NL of de FIOD leiden vervolgens tot bevriezing van rekeningen en opschorting van contractuele betalingen. Het gevolg is dat bouwputten stilliggen, aannemers failliet gaan en publieke middelen geblokkeerd worden, waardoor herstel- en investeringsprogramma’s uitdoven en het publieke vertrouwen in duurzame gebiedsontwikkeling keldert.
Corruptie
Corruptie in het grijze gebied tussen publiek- en privaatrecht ontstaat wanneer wederzijdse belangenverstrengeling structureel ingebakken zit in besluitvormings- en contracteringspraktijken. Voorbeelden hiervan zijn gemeentebesturen die tegen donaties of nevenfunctiebelangen concessies verlenen, of projectontwikkelaars die via politieke relaties bouwgrond preferentieel toegewezen krijgen. Dit leidt tot systematische bevoordeling van enkele marktpartijen en verstoort de vrije marktwerking die privaatrechtelijke aanbestedingsregels beogen te waarborgen. Bij openbaarmaking via parlementaire enquêtes of toezichtsrapporten volgt ingrijpen door de minister of provinciale commissarissen, wat resulteert in herziening van alle betrokken bestekken, herstel van aanbestedingsprocedures en het opstellen van nieuwe integriteitsprotocollen. Deze ingrepen leggen projecten langdurig stil en schaden het imago van zowel publieke als private actoren.
Schending van internationale sancties
In publiek-private energie- en infrastructuurprojecten speelt compliance met internationale sancties een cruciale rol. Wanneer een consortium onder de Omgevingswet bijvoorbeeld buitenlandse financiers of toeleveranciers inschakelt die op EU- of VN-sanctielijsten staan, kan dat leiden tot onmiddellijke bevriezing van subsidies en vergunningen. Zowel de publiekrechtelijke vergunningverlener als de privaatrechtelijke contractspartijen riskeren zware boetes door het ministerie van Financiën en uitsluiting van toekomstige Europese fondsen. Dergelijke schendingen ontwrichten lopende samenwerkingsovereenkomsten, dwingen tot heronderhandeling of ontbinding van contracten en zetten de status van Nederland als betrouwbare partner in duurzame gebiedsontwikkeling op het spel. Internationale partners kunnen besluiten zich terug te trekken, waarmee cruciale projecten in de energietransitie en infrastructuur abrupt tot stilstand komen.