/

Waterrecht

In Nederland is het waterrecht verankerd in de Waterwet, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en diverse algemene en bijzondere regelgeving, waarmee het gebruik, de verdeling en de kwaliteit van zoet en zout water wordt gewaarborgd. Waterschappen, Rijkswaterstaat en provincies verlenen onttrekkings- en lozingsvergunningen, stellen vergunningvoorschriften op en zien toe op naleving. Waterrechten zijn cruciaal voor industrieën (zoals agro-, voedingsmiddelen- en chemiesector), drinkwaterbedrijven, glastuinbouw en energieopwekking. Wanneer echter nationale of internationale ondernemingen, hun bestuurders, curatoren of toezichthouders, of overheidsinstanties worden beschuldigd van financieel wanbeheer, fraude, omkoping, witwassen, corruptie of overtreding van internationale sancties, verlamt dit de waterketen: vergunningen blijven hangen, boetes en dwangsommen stapelen zich op, en de maatschappelijke en economische continuïteit komt in het gedrang. In de volgende zes alinea’s bespreken we uitgebreid de impact van elk van deze wanpraktijken op het Nederlandse waterrecht.

Financieel wanbeheer

Financieel wanbeheer binnen waterschappen of vergunningverlenende instanties kan leiden tot onderfinanciering van essentiële toetsings- en handhavingsactiviteiten. Als een waterschap zijn begroting voor waterkwaliteitsmonitoring, peilbeheer of dijkonderhoud structureel onderschat of middelen aan andere projecten onttrekt, ontstaan tekorten die ertoe leiden dat onttrekkings- en lozingsvergunningen niet tijdig worden beoordeeld. Dit vertraagt industriële wateronttrekkingen voor koelinstallaties of irrigatie in de agrarische sector, dwingt bedrijven tot het aanvragen van tijdelijke ontheffingen en zet investeerders op afstand. Bovendien verzwakt het de borging van vergunningvoorschriften voor lozingen van pro-ceswater en afvalwater, waardoor overtredingen onbestraft blijven en de waterkwaliteit in rivieren en grondwater bedreigd wordt. Financiers zullen in toekomstige projecten extra waarborgen en risicopremies gaan eisen, wat de haalbaarheid van grote energie- of onderzoeksfaciliteiten ondermijnt.

Fraude

Fraude in het waterrecht komt voor wanneer onjuiste meetgegevens of vervalste waterbalansen worden gebruikt om aan vergunningsvoorwaarden te voldoen. Een adviesbureau of vergunninghouder kan stiekem lage onttrekkingscijfers rapporteren of chemische analyses manipuleren om lozingen onder drempelwaarden te houden. Zodra de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) of een onafhankelijke controleur deze manipulaties ontdekt – bijvoorbeeld via een forensisch onderzoek of WOO-verzoek – worden verleende vergunningen vaak onmiddellijk geschorst en volgt een nulmeting door een externe deskundige. Dit leidt tot stillegging van koelwater­onttrekkingen voor industrie, spoedige herzieningen van lozingseisen en juridische procedures tegen de vergunninghouder. De reputatieschade voor betrokken bedrijven is aanzienlijk, terwijl omwonenden en waterschappen de extra kosten voor vervolgonderzoeken verhalen via boetes en dwangsom­procedures.

Omkoping

Omkoping in watervergunningstrajecten doet zich voor wanneer ambtenaren of waterbeheerders steekpenningen ontvangen voor het versoepelen van onttrekkings- of lozingsvoorwaarden, bijvoorbeeld bij vergunningverlening voor ballastwaterlozingen of de aanleg van drinkwaterpijpleidingen. De smeergelden worden vaak gecamoufleerd als ‘projectmanagementkosten’ of onderhands overeengekomen ‘adviseursvergoedingen’. Wanneer strafrechtelijke onderzoeken uitwijzen dat omkoping heeft plaatsgevonden, wordt de integriteit van het vergunningenproces volledig onderuit gehaald: alle beslissingen rondom de vergunning worden nietig verklaard, er volgen strafrechtelijke vervolgingen, en de waterschappen/ambtelijke eenheden worden onder extern toezicht geplaatst. Dit leidt tot jarenlange stagnatie van infrastructurele watersysteembrede projecten, vertraagde aanleg van gemaalinstallaties en het verlies van vertrouwen bij internationale partijen die overwegen te investeren in Nederlandse watertechnologie of drinkwaterinfrastructuur.

Witwassen

Witwassen via waterrechtprojecten treedt op wanneer criminele organisaties illegaal verkregen winsten investeren in grootschalige ontziltingsinstallaties, druppelirrigatieprojecten of waterdistributieverleningen via schijnvennootschappen. Door kunstmatig hoge investeringkosten of gefingeerde onderhoudscontracten in te voeren, wordt de herkomst van gelden geassimileerd in legitieme waterinfrastructuur. Banken en notarissen – gebonden aan Wwft-meldplicht – moeten verdachte transacties rapporteren, wat leidt tot bevriezing van rekeningen en opschorting van financiering. Hierdoor komen projecten abrupt tot stilstand, verliezen aannemers en toeleveranciers betalingen, en ontstaan juridische claims tegen waterschappen wegens nalatigheid in het signaleren van fraude. De sector lijdt onder een klimaat van wantrouwen, wat de adoptie van innovatieve watertechnologieën en klimaatadaptatiemaatregelen vertraagt.

Corruptie

Corruptie binnen waterbeheer en -vergunningverlening weerspiegelt een systematisch patroon van belangenverstrengeling. Voorbeelden zijn waterschapsbesturen die contracten gunnen aan bedrijven die politieke campagnes steunen, of ambtenaren die tegenprestaties verlangen voor het toestaan van geprefabriceerde tijdelijke wateronttrekkingen. Dergelijke praktijken ondermijnen de beginselen van behoorlijk bestuur en gelijk speelveld voor marktpartijen. Na onthulling volgt vaak een parlementair onderzoek, herziening van alle lopende vergunningen en commissies die toezicht houden op waterschapsgelden. Dit leidt tot massale heronderhandelingen van contracten, stillegging van waterinfrastructuurprojecten en langdurige reputatieschade, niet alleen voor betrokken organisaties maar ook voor de Nederlandse watersector als geheel.

Schending van internationale sancties

In grensoverschrijdende waterprojecten – zoals de Rijnscheepvaart, Maas- en Scheldeverbetering of transnationale watervoorzieningsconstructies – kan betrokkenheid van gesanctioneerde entiteiten of landen leiden tot schendingen van EU- of VN-sancties. Het toekennen van vergunningen aan consortia met partijen op sanctielijsten resulteert in onmiddellijke intrekking van Europese subsidies, zware boetes door het ministerie van Financiën en bevriezing van activa. Lopende waterinfrastructuur- en waterzuiveringsprojecten komen abrupt stil te liggen, wat niet alleen de drinkwatervoorziening en scheepvaart onderbreekt, maar ook de geloofwaardigheid van Nederland als betrouwbare partner in grensoverschrijdende waterveiligheid en klimaatadaptatie ondermijnt. internationale investeerders trekken zich terug, waardoor cruciale versterkingen van dijken en waterkeringen in gevaar komen.

Previous Story

Grensgebied tussen publiek- en privaatrecht