/

Stelsel bewaken en beveiligen

Het stelsel bewaken en beveiligen is het geheel van regelgeving en afspraken die gaan over het voorkomen van aanslagen op personen, objecten en diensten. Het regelt op welke manier er beveiligd wordt als er sprake is van dreiging. Bij de beveiliging van personen staat het voorkomen van ernstige schending van de fysieke integriteit centraal. In het stelsel werken OM, politie, inlichtingen- en veiligheidsdiensten en bestuurlijke organisaties samen en is geregeld hoe op basis van dreigings- en risicoinformatie tot beveiligingsmaatregelen wordt besloten en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het stelsel zelf introduceert geen nieuwe taken en bevoegdheden, maar geeft wel aan waar verantwoordelijkheden liggen.

Het stelsel bewaken en beveiligen bestaat uit een decentraal domein en een Rijksdomein. De veiligheid van personen, objecten en diensten is in beginsel decentraal georganiseerd. Het lokaal bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het nemen van aanvullende beveiligingsmaatregelen op basis van (voorstelbare) dreiging en risico. Het lokale gezag wordt gevormd door de burgemeester en de hoofdofficier van justitie (de HOvJ). De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Op grond van die verantwoordelijkheid is de burgemeester ook verantwoordelijk voor de bewaking en beveiliging van objecten en diensten. Indien er sprake is van strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, zoals in geval van een concrete dreiging waarbij beveiligingsmaatregelen worden genomen ter voorkoming van strafbare feiten, dan valt de bewaking en beveiliging van objecten en diensten onder verantwoordelijkheid van de HOvJ. Wordt bijvoorbeeld in een dreigbrief een specifieke synagoge genoemd, dan valt eventuele bewaking onder gezag van de HOvJ. Gaat het om meer algemene preventieve bewaking van gebedshuizen, dan valt dit onder gezag van de burgemeester. Het waken voor de veiligheid van personen is expliciet benoemd als onderdeel van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. De HOvJ draagt hierover het gezag. Hij is in deze gevallen verantwoordelijk voor de aanvraag van een dreigingsinschatting, het besluit tot het treffen van maatregelen, en het (laten) informeren van de betreffende persoon.

De rijksoverheid heeft een bijzondere verantwoordelijkheid voor een beperkte groep personen, objecten en diensten die op de zogenoemde limitatieve lijst staan vanwege het nationale belang dat met hun veilig en ongestoord functioneren is gemoeid. Het centraal bevoegd gezag is de minister van Veiligheid en Justitie, gemandateerd aan de Coördinator Bewaking en Beveiliging (CBB) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

Dreiging tegen de burgemeester Wanneer een burgemeester of een politiechef zelf onderwerp is van dreiging, dan maakt de CBB een afweging van de te treffen maatregelen. Dit betekent niet dat de betrokkene daarmee wordt toegevoegd aan het Rijksdomein. De HOvJ van het arrondissement van de woonplaats van de bedreigde persoon stelt de procedure in werking. Deze verloopt volgens het reguliere proces. De dreiging wordt lokaal door de politie ingeschat en vormt de basis van een maatregelenadvies voor de verantwoordelijke HOvJ. De NCTV adviseert in dit proces over de proportionaliteit van de maatregelen. De HOvJ beslist over de maatregelen, het advies van de NCTV gehoord hebbende.

Previous Story

Opiumwet – Wet Damocles (Opiumwet, artikel 13b)

Next Story

Wet veiligheidsregio’s

Latest from Legal Knowledge Tools

Towards Netto Zero

De rol van de Chief Financial Officer (CFO) bij duurzame rapportages is van cruciaal belang voor…

ESG-rapportage

De rol van de Chief Financial Officer (CFO) bij duurzame rapportages is van cruciaal belang voor…