In de praktijk komt het nog te vaak voor dat werknemers te laat in actie komen als zij vinden dat hun arbeidsovereenkomst onterecht is beëindigd of als zij een (extra) vergoeding willen. Dat is voor hen spijtig, want bij de wettelijke termijn geldt: te laat is te laat. Het verzoekschrift moet binnen de wettelijke termijn worden ingediend bij de kantonrechter. Maar wat zijn nu die termijnen? Ik bespreek met u de meest gangbare kwesties.
Twee soorten
Het is van belang dat u weet dat u in beginsel twee soorten verzoeken aan de rechter kunt doen. Enerzijds kunt u een verzoek om de vernietiging van de opzegging / het herstel van de arbeidsovereenkomst doen. Anderzijds (in plaats van een verzoek om vernietiging of herstel) kunt u een verzoek tot het toekennen van een vergoeding doen. In de wet is bepaald dat voor de meeste van deze verzoeken een 2-maandentermijn geldt. Voor een beperkt aantal gevallen geldt een 3-maandentermijn.
De 2-maandentermijn
U kunt een verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst (u wordt geacht nooit uit dienst te zijn geweest) óf (in plaats van de vernietiging) een verzoek tot het toekennen van een vergoeding bijvoorbeeld doen indien uw werkgever:
- heeft opgezegd in strijd met een discriminatieverbod (artikel 7:646 en verder van het Burgerlijk Wetboek);
- heeft opgezegd in strijd met een opzegverbod (artikel 7:670 Burgerlijk Wetboek);
- geen toestemming van het UWV heeft (artikel 7:671a Burgerlijk Wetboek);
- u (volgens u) onterecht op staande voet heeft ontslagen (artikel 7:677 Burgerlijk Wetboek)
- uw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, toch opzegt (artikel 7:677 lid 4 Burgerlijk Wetboek).
In al deze gevallen geldt dat het verzoek binnen 2 maanden na de dag waarop uw arbeidsovereenkomst is beëindigd bij de kantonrechter moet zijn ingediend.
Zoals hiervoor al aangegeven, kunt u ook verzoeken om herstel van uw arbeidsovereenkomst, waarbij de rechter dan kan beslissen dat u vanaf een bepaalde datum weer in dienst bent. Dat kan als u vindt dat het UWV ten onrechte een ontslagvergunning heeft verleend.
Verder kunt u verzoeken om een (billijke) vergoeding. Dit verzoek kunt u doen indien:
herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk is en er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werkgever (deze grond geldt enkel als u bent ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen: het vervallen van arbeidsplaatsen);
het UWV terecht een ontslagvergunning heeft verleend vanwege uw langdurige ziekte en/of gebreken, maar die ziekte en gebreken zijn ontstaan door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werkgever.
uw werkgever zich niet aan de opzegtermijn heeft gehouden. De vergoeding is dan gelijk aan het loon dat u zou hebben verdiend als uw werkgever zich wel aan de juiste opzegtermijn had gehouden.
Er geldt een specifieke regeling indien uw arbeidsovereenkomst is beëindigd vanwege de bedrijfseconomische redenen. U kunt in dat geval bij de rechter een verzoek indienen als uw werkgever binnen 26 weken na het einde van de overeenkomst iemand anders in dienst neemt en hij u niet in de gelegenheid heeft gesteld om zelf die werkzaamheden op te pakken. U kunt dan verzoeken om het vernietiging van de opzegging, herstel van de arbeidsovereenkomst (de arbeidsovereenkomst geldt weer vanaf een bepaalde datum) of het toekennen van een billijke vergoeding. Let wel, voor dit verzoek geldt een speciale 2-maandentermijn. Namelijk 2 maanden na de dag waarop u op de hoogte bent gekomen of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de schending van de wederindiensttredingsvoorwaarde, maar ten laatste 2 maanden na de dag waarop de 26 weken zijn verstreken.
De 3-maandentermijn
Ik kan me voorstellen dat u zich afvraagt wanneer de 3-maandentermijn dan geldt. Dat is het geval als u een verzoek doet tot het toekennen van:
- een transitievergoeding
- een billijke vergoeding als het niet-voortzetten van uw tijdelijke contract het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werkgever.
- een vergoeding omdat uw werkgever u niet op tijd heeft bericht (de aanzegging) over het al dan niet voortzetten van uw arbeidsovereenkomst.
Enkele opmerkingen
Ik wijs er nadrukkelijk op dat de termijn ook echt een harde, fatale termijn is. Ik merk daarnaast op dat de Algemene Termijnen Wet niet van toepassing is. Indien een uiterste datum op een feestdag en/of in het weekend valt, verschuift de datum dus niet naar de eerstvolgende werkdag.
Tot slot is het belangrijk om te vermelden dat de werkgever en de werknemer na het vonnis van de kantonrechter hoger beroep in kunnen stellen. U heeft hiervoor 3 maanden de tijd.