/

Het Opvragen van Abonneegegevens

In Nederland zijn de AIVD en de MIVD bevoegd zich te wenden tot de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten in de zin van de Telecommunicatiewet met het verzoek gegevens te verstrekken betreffende a) De naam en de geregistreerde woon – of verblijfplaats van de personen dan wel de vestigingsplaats van de organisatie aan wie respectievelijk waaraan het in het verzoek aangegeven nummer, als bedoeld in de Telecommunicatiewet, toebehoort, en b) Het nummer, als bedoeld in de Telecommunicatiewet, alsmede de geregistreerde woon – of verblijfplaats dan wel vestigingsplaats van de in het verzoek aangegeven persoon respectievelijk organisatie. Deze bijzondere bevoegdheid vindt een wettelijke grondslag in art. 29 WIV 2002.

In Frankrijk en Duitsland kent men deze bijzondere bevoegdheid niet, want noch in de wetgeving, noch in de jurisprudentie, noch in de doctrine bestaat hier een grondslag voor.

De materiële voorschriften

Deze bijzondere bevoegdheid is alleen toegestaan indien er voldaan wordt aan het proportionaliteitsbeginsel ( ex artikelen 18, 31 lid 3 en 4, en 32 WIV2002) en aan het subsidiariteitsbeginsel (ex art. 31 lid 1 en 2, en 32 WIV 2002). [1]

De formele voorschriften

De beslissingsbevoegdheid, de  uitvoering en de duur

De AIVD en de MIVD kunnen zonder een voorafgaande toestemming van de betrokken Minister  is (art. 29 lid 2 WIV 2002), een verzoek indienen bij de aanbieders van de netwerken en telecommunicatiediensten tot het verstrekken van de abonneegegevens. [2] Van de uitvoering van deze bijzondere bevoegdheid wordt een schriftelijk verslag gemaakt (art. 33 WIV 2002).

Deze bijzondere bevoegdheid wordt onmiddellijk gestaakt, indien het doel waartoe deze bevoegdheid is uitgeoefend, is bereikt dan wel met de uitoefening van een minder ingrijpende bevoegdheid kan worden volstaan (art. 32 WIV 2002).

De verplichtingen na de uitvoering

De inlichtingen die verkregen zijn door het Opvragen van Abonneegegevens, maar gelet op het doel waarvoor zij worden verwerkt, hun betekenis hebben verloren, dienen te worden verwijderd (art. 43 lid 1 WIV 2002). Blijkt dat de gegevens van het Opvragen van Abonneegegevens onjuist zijn of ten onrechte worden verwerkt, dan worden deze respectievelijk verbeterd of verwijderd (art. 43 lid 2, 1ste volzin WIV 2002).  De verwijderde gegevens worden vernietigd, tenzij wettelijke regels inzake bewaring daaraan in de weg staan.


[1] Ekker, A.H., Het onderscheppen van telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten, op. cit., p. 77

[2] Ibidem, p. 82

Previous Story

Het Opvragen van Printgegevens

Next Story

De controle op de bijzondere bevoegdheden

Latest from Counter Terrorism