/

De controle op de bijzondere bevoegdheden

De Nederlandse wijze van controle

C.v.T.

In Nederland geschiedt de controle op alle bijzondere bevoegdheden als bedoeld in art. 24 t/m 29 WIV 2002 door de Commissie van Toezicht betreffende de AIVD en de MIVD (C.v.T.) (art. 64 lid 1 WIV 2002).

Deze C.v.T. bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter (art. 65 lid 1 WIV 2002). Op voordracht van de betrokken Minister worden deze leden benoemd bij Koninklijk Besluit voor een tijdvak van zes jaar en kunnen slechts één maal worden herbenoemd (art. 65 lid 2, 1ste volzin WIV 2002). Voor de benoeming van de voorzitter wordt door de vicepresident van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk een aanbeveling gedaan van drie personen (art. 65 lid 2, 2de volzin WIV 2002).

De C.v.T. is belast met het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van deze bijzondere bevoegdheden (art. 64 lid 2 sub a WIV 2002) en adviseert de betrokken minister ter zake van het onderzoek en beoordelen van klachten (art. 64 lid 2 sub b WIV 2002).

De Franse wijze van controle

CNCIS

In Frankrijk wordt de controle op de Taps in het kader van de Veiligheid of Ecoutes Administratives uitgevoerd door de Commission Nationale de Contrôle des Interceptions de Sécurité (CNCIS).[1] De Ministers, de autoriteiten met openbaar gezag en de openbare ambten moeten alle medewerking verlenen aan de CNCIS (art. 16 Loi 91-646).

De 1ste Minister is verplicht om zijn verleende toestemming voor de Ecoute Adminstrative binnen 48 uur mede te delen aan de Voorzitter der CNCIS (art. 14, 1ste alinea Loi 91-646).[2] Indien de Voorzitter der CNCIS van oordeel is, dat de desbetreffende toestemming niet in overeenstemming is met het bepaalde in de Loi 91-646, dan dient hij de CNCIS bijeen te roepen. De CNCIS neemt binnen 7 dagen een besluit (art. 14, 2de alinea Loi 91-646).[3] Is de CNIS van mening, dat de desbetreffende toestemming onrechtmatig is, dan doet zij de 1ste Minister een aanbeveling om de Interceptie te onderbreken (art. 14, 3de alinea Loi 91-646).[4] Eveneens wordt deze aanbeveling gestuurd naar de Minister die het verzoek had ingediend bij de 1ste Minister, en naar de Minister van Telecommunicatiezaken (art. 14, 4de alinea Loi 91-646).

De CNCIS kan ambtshalve of op verzoek van iedere persoon die er direct en persoonlijk belang bij heeft, overgaan tot controle van elke Ecoute Adminstrative, met als doel na te gaan of deze plaats vindt binnen het kader van de Loi 91-646 du juillet 1991 (art. 15, 1ste alinea Loi 91-646). Wanneer de CNCIS daadwerkelijk een strijdigheid ontdekt, dan wordt de 1ste Minister aanbevolen de Interceptie te onderbreken (art. 15, 2de alinea Loi 91-646).

De CNCIS brengt jaarlijks een rapport uit aan de 1ste Minister omtrent de resultaten die geboekt zijn, waarin ook het aantal uitgebrachte aanbevelingen worden opgenomen (art. 19, 1ste alinea, 1ste  volzin Loi 91-646). Dit rapport wordt ook openbaar gemaakt (art. 19, 1ste alinea, 2de volzin Loi 91-646).[5]

De Duitse wijze van controle

In Duitsland, in tegenstelling tot Nederland en Frankrijk staan de veiligheidsdiensten onder toezicht van twee instanties te weten het Parlamentarische Kontrollgremium en de G10 Kommission (§1 II G 10 E). [6]

G 10 Kommission

Het Bundesministerium van Binnenlandse Zaken informeert maandelijks de G –10 Kommission (zie §1 II G 10 E) over de aan hen gedane verzoeken voor de voltrekking van deze bijzondere bevoegdheid (zie §15 V, 1ste volzin G 10 E, §§8 IX, 4de volzin j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [7] en  §8 IX, 4de volzin BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [8]). Bij een Gefahr im Verzug kan het desbetreffende Bundesministerium ook reeds voor de in kennis stelling van de G – 10 Kommission beslissen over de voltrekking van deze bijzondere bevoegdheid (zie §15 V, 2de volzin G 10 E, §§8 IX, 5de volzin j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [9] en §8 IX, 5de volzin BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [10]).[11]

De G – 10 Kommission onderzoekt van ambtswege op basis van aangevoerde klachten omtrent de toelaatbaarheid en de noodzakelijkheid proportionaliteit van deze bijzondere bevoegdheden (zie §15 IV, 1ste zin G 10 E, §§8 IX, 6de volzin j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [12] en §8 IX, 6de volzin BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [13]). In geval van het Opnemen en Aftappen van de Telecommunicatie strekt deze controlebevoegdheid strekt zich uit over de totaal bewerkt, verkregen en gebruikte persoonsgegevens door deze bijzondere bevoegdheid, inclusief de beslissing over de mededeling aan de betrokkenen (zie §15 IV, 2de volzin G 10 E). Indien de G – 10 Kommission tot de conclusie komt, dat de toestemming van het Bundesministerium ontoelaatbaar en niet – proportioneel is, dan moet het Bundesministerium de toestemming voor één van deze bijzondere bevoegdheden onmiddellijk opheffen (zie §15, 4de volzin G 10 E, §§8 IX, 8ste volzin j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [14] en §8 IX, 8ste volzin BVerfSchG/ j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [15]).[16]

Parlamentarische Kontrollgremium

Het Bundesminsterium dat gemachtigd is tot het geven van een bevel inzake de bijzondere bevoegdheid[17] licht binnen zes maanden het Parlamentarische Kontrollgremium in over de uitvoering van de bijzondere bevoegdheid (zie §14 I, 1ste volzin G 10 E, §§8 X, 1ste volzin, 1ste deel j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [18] en §8 X, 1ste volzin, 1ste deel BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [19]). In tegenstelling tot het Opnemen en aftap-pen van de telecommunicatie, moet erbij de ander twee bijzondere bevoegdheden een over-zicht gegeven worden over de aanleiding, omvang, duur, resultaten en kosten van de maatregel (zie §§8 X, 1ste volzin, 2de deel j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [20] en §8 X, 1ste volzin, 1ste deel BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [21]).[22]  Het Parlamentarisches Kontrollgremium brengt de Deutschen Bundestag jaarlijks een verslag uit, o.a. over de aard, omvang en de bevelsbasis van de desbetreffende bijzondere bevoegd-heid. Daarbij dient §5 I Kontrollgremiumsgesetz in acht genomen te worden. (zie §14 I, 2de volzin G 10 E, §§8 X, 2de volzin j° 9 IV, 6de volzin BVerfSchG [23] en §8 X, 2de volzin BVerfSchG / j° §10 III, 6de volzin MAD-G / j° §8 IIIa, 6de volzin BND-G [24]).[25]


[1] Bouloc, B., Chronique Législative, op.cit., p. 130; Picard, E., Etudes, Variétes et Documents, op.cit., p. 306; Interceptions des correspondances émises par la voie des télécommunications, op.cit., p. 4; Vos drois et démanches: relations avec l’adminstration, «Ecoutes télphoniques administratives», op. cit.; «Le secret des écoutes fait parler de lui», op. cit.; Le Régime des écoutes téléphoniques (Loi du 10 juillet 1991), op. cit.

[2] Bouloc, B., Chronique Législative, op.cit., p. 130 

[3] Bouloc, B., Chronique Législative, , op.cit., p. 130; Le Régime des écoutes téléphoniques (Loi du 10 juillet 1991), op. cit.

[4] Bouloc, B., Chronique Législative, op.cit., p. 130; Picard, E., Etudes, Variétes et Documents, op.cit., p. 306

[5] Bouloc, B., Chronique Législative, op.cit., p. 130

[6] Hetzer. W., Neuregelung der Telekommunikationsüberwachung, op. cit., p. 349-350

[7] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[8] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[9] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[10] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[11] Hetzer. W., Neuregelung der Telekommunikationsüberwachung, op. cit., p. 349-350

[12] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[13] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[14] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[15] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[16]Hetzer. W., Neuregelung der Telekommunikationsüberwachung, op. cit., p. 349-350

[17] I.g.v. het Opnemen en aftappen van de telecommunicatie het Bundesministerium dat gemachtigd is tot het geven van een bevel inzake deze bijzondere bevoegdheid. I.g.v. de andere twee bijzondere bevoegdheden het Bundesministerium van Binnenlandse zaken.

[18] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[19] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[20] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[21] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[22] Hetzer, W., Neuregelung der Telekommunikationsüberwachung, op. cit., p. 349-350

[23] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 1 IV, c Terrorismusbekämpfungsgesetz

[24] Respectievelijk artikelen 1 III, b en 2 IV, b en 3 II Terrorismusbekämpfungsgesetz

[25] Hetzer. W., Neuregelung der Telekommunikationsüberwachung, op. cit., p.349-350

Previous Story

Het Opvragen van Abonneegegevens

Next Story

De rechtmatigheidstoets van het Nederlandse –, Franse – en Duitse onderzoek van de telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten aan het door aan het door artikel 8 EVRM gegarandeerde recht op respect voor een ieders correspondentie

Latest from Counter Terrorism

GermanDutchFrenchEnglish