Voldoet een consument niet aan zijn betalingsverplichtingen op grond van een overeenkomst, dan meldt de zakelijke klant dit aan Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). Een melding mag pas plaatsvinden als een termijnbedrag zonder toestemming van de zakelijke klant niet is voldaan. Bij de vaststelling van een achterstand worden betalingen van de consument toegerekend aan het oudst vervallen termijnbedrag (ex art. 12 lid 1, sub a Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een aflopend krediet en een schuldregeling in de vorm van een krediet geldt een termijn van twee (2) maanden na de vervaldatum (ex art. 12 lid 1, sub b Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een doorlopende kredietovereenkomst met een maandelijks vast termijnbedrag geldt een vooraf met de consument vastgestelde termijn van minimaal twee (2) en maximaal vier (4) maanden na de vervaldatum (ex art. 12 lid 1, sub c Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een doorlopende kredietovereenkomst met een maandelijks variërend termijnbedrag geldt een vooraf met de consument vastgestelde termijn van minimaal twee (2) en maximaal vier (4) maanden als tijdens die termijn: 1. op enig moment een overstand bestaat van tenminste 10% van het totaal vastgestelde kredietbedrag (kredietlimiet), met een minimum van € 250,-; 2. de overstand de oorspronkelijk overeengekomen tijdsduur overschrijdt en op enig moment een overstand van tenminste 10% van het totaal vastgesteld kredietbedrag (kredietlimiet), met een minimum van € 250,-. (ex art. 12 lid 1, sub d Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een hypothecaire kredietovereenkomst eigen woning geldt een termijn van drie (3) volledige maandtermijnen na de vervaldatum. In specifieke situaties geldt een termijn van drie (3) maanden na de vervaldatum. (ex art. 12 lid 1, sub e Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een restschuld voortvloeiend uit een hypothecaire kredietovereenkomst geldt een termijn van drie (3) maanden na de vervaldatum. (ex art. 12 lid 1, sub f Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij een operational autoleaseovereenkomst geldt een termijn van twee (2) maanden na de vervaldatum. (ex art. 12 lid 1, sub g Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij zakelijke overige financiële verplichtingen moet een achterstand gemeld worden als de consument hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van het zakelijk krediet en aangesproken is om binnen de gestelde termijn aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen maar dit nalaat. (ex art. 12 lid 1, sub h Algemeen Reglement CKI 2021).
Bij overige financiële verplichtingen, niet zijnde zakelijke overige financiële verplichtingen geldt een termijn van vier (4) maanden en een bedrag van meer dan € 250,-. (ex art. 12 lid 1, sub i Algemeen Reglement CKI 2021).
Indien een consument de achterstand tijdens de looptijd van de overeenkomst ongedaan maakt, meldt de zakelijke klant dit onmiddellijk, maar in ieder geval binnen vier (4) weken na het ongedaan maken, bij Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). (ex art. 12 lid 2 Algemeen Reglement CKI 2021).
Indien tegelijkertijd met het ongedaan maken van de achterstand de gehele overeenkomst wordt beëindigd, dan meldt de zakelijke klant de beëindiging (werkelijke einddatum) bij Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). (ex art. 12 lid 3, sub a Algemeen Reglement CKI 2021).
Wordt de overeenkomst na het ongedaan maken van de achterstand niet beëindigd, dan meldt de zakelijke klant een herstelcode (H). (ex art. 12 lid 3, sub b Algemeen Reglement CKI 2021).